Wat leraren doen - gedicht Peter Heerschop


Wat leraren doen (gedicht Peter Heerschop)

Ik stond laatst op een feestje.
Man vroeg aan mij. Wat doe jij?
Ik zeg, ik ben leraar.
Hij zegt. Ha leraar, dat is geen beroep dat is meer een roeping.
Ik zeg, nou, het is ook echt een beroep.
Ik zag mijn vrouw een paar meter verderop schudden met haar hoofd. “ Niet op ingaan,
hij doet het erom”
En ik kende die man verder ook niet.
Maar ik hoor hem vragen.
Wees nou eerlijk man, Wat doe jij nou eigenlijk de hele dag?
En ik baalde dat hij dat zo vroeg, dat “wees eens eerlijk”
Want kijk, ik kan best wel mijn mond houden, als niemand mij specifiek naar iets vraagt
hoef ik heus niet alles te vertellen.
Maar als je me zoiets rechtstreeks vraagt dan krijg je een antwoord.
Ik zeg, dus jij wilt weten wat ik eigenlijk doe.
Als leraar, …..wat ik eigenlijk doe?
Nou weet je wat ik doe?
Ik zorg ervoor dat kinderen harder werken dan ze zelf dachten dat ze konden.
Dat ze meer leren dan ze zelf voor mogelijk hielden.
Ik kan iemand , die denkt dat ie dom is, zich voor een moment laten voelen als een
nobelprijswinnaar.
Ik kan iemand die zichzelf heel slim vind een vraagteken in zijn ogen geven, en laten
merken dat er nog veel meer is.
Ik geef ze allebei het gevoel geven dat ze er bijhoren,
Dat ze mij teleurstellen als ze een ander het gevoel geven dat die er niet bijhoort.
Dat ze allebei hun uiterste best moeten doen.
Voor zichzelf, voor elkaar.
Ik laat leerlingen een uur stilzitten als ik wil.
Ik kan ze een uur in beweging brengen.
Ik laat ze in stilte werken of juist voortdurend overleggen.
Ik zorg ervoor dat ze zelf iets kunnen ontdekken.
Nee, je mag nu geen vraag stellen.
Want het antwoord is hier al ergens.
Ik kan een goede vraag van een verzonnen vraag onderscheiden.
Waarom je niet naar de wc mag?
Omdat je dat alleen maar zegt uit verveling.
Ik zorg ervoor dat ouders niet altijd schrikken als ik ze bel.
Hallo, u spreekt met de meester van uw zoon.
Ik hoop dat ik niet ongelegen bel.
Ik wil alleen even iets met u bespreken over wat hij vandaag heeft gezegd, tegen degene
in de klas met de grootste bek,
Tegen iemand waar de rest bang voor is, en die net iemand tot tranens toe stond te
treiteren.
Tegen diegene heeft uw zoon gezegd dat ie op moet houden.
Dat ie normaal moet doen.
Ik kan daar tranen van in mijn ogen krijgen, u ook?
Het was namelijk ongelofelijk moedig wat hij deed.
Ik denk, ik bel u even.
Ik leg namelijk ook aan ouders uit wie hun kinderen nog meer zijn.
Wat ze kunnen bereiken.
Ik zorg ervoor dat ze vragen stellen.
Dat ze luisteren, denken, praten.
Dat ze sorry kunnen zeggen en het ook menen.
Ik leer ze lezen, schrijven, bewegen, begrijpen.
Ik leer ze meemaken, meeleven, inleven,
Ik leer ze dat ze met iemand anders helpen ook zichzelf helpen.
Dat je van iemand iets gunnen nooit minder wordt.
Ik leg ze uit dat als ze een ander kunnen begrijpen dat ze meer zichzelf kunnen zijn.
Dat ze belangrijk zijn.
Dat jij, door wie jij bent, de ander verandert en andersom.
Dat je krijgt wat je geeft.
Alles in relatie.
Jij vraagt wat ik eigenlijk doe.
Dat is wat een leraar doet.
Snap je?
Een leraar maakt het godvergeven verschil.
Dan mag jij nu aan mij uitleggen wat jij eigenlijk doet.
(Naar een gedicht van slamdichter “Taylor Mali”)